Duurzaam beheer: hoe gaan we om met (on)kruid?

Eindhoven kent veel stadsnatuur. Zo zijn er veel vakken met planten die de bodem bedekken. In de winter zie je tussen de planten weinig tot geen (on)kruid. Maar zodra de temperatuur stijgt, er meer regen valt en de zon af en toe begint te schijnen, dit noemen we de piekperiode, begint het (on)kruid te groeien. Dit zouden we in het verleden schoffelen, maar dat beschadigt de plant, verstoort het bodemleven en vermindert de biodiversiteit doordat je waardevolle kruiden weghaalt.

Omdat we werken aan een meer klimaatadaptieve, duurzame en ecologisch verantwoorde stad, zetten we het oude beheer om naar een nieuw normaal. We gaan de plantvakken daarom beheren op hoogte en veiligheid. Dat betekent dat we (on)kruid dat te hoog wordt, uit het plantvak plukken. Bijvoorbeeld als dat (on)kruid het zicht belemmert. Het overige (on)kruid laten we staan. Dat ziet er dus anders uit dan je misschien van ons gewend bent.  

Deze beheermaatregel heeft verschillende voordelen. Het bodemleven krijgt rust, het plantvak kan dichtgroeien en de bodembedekkende planten raken minder beschadigd. Daarnaast maakt (on)kruid de bodem vruchtbaarder en is het goed voor de biodiversiteit. Het trekt namelijk vlinders en andere insecten aan.  

(On)kruid zorgt ervoor dat de bodem meer water op kan nemen omdat het de bodem open en vochtig houdt waardoor water sneller weg kan in de bodem. Dit verkleint de kans op wateroverlast. Het zorgt er dus voor dat de bodem minder snel uitdroogt. Verder filtert onkruid fijnstof uit de lucht en zorgt het voor verkoeling. Dat (on)kruid is dus zo slecht nog niet.  

Off