Infiltratiekratten heb je in allerlei afmetingen; voor individuele huizen tot aan voorzieningen voor hele stadswijken. Je kunt de kratten ook toepassen onder wegen, sportvelden en parkeergarages.
Je bepaalt het benodigd aantal kratten aan de hand van:
- het oppervlak dat er naar afwatert;
- de hoeveelheid water die je volgens de gemeentelijke wateropgave moet bergen.
In plaats van kunststofkratten kun je ook een betonnen systeem toepassen. Zo’n systeem heeft als voordeel dat het niet zo diep onder de grond hoeft te worden aangebracht omdat het beter bestand is tegen belasting door bijvoorbeeld verkeer.
Breng de infiltratievoorziening aan boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Voor een optimale infiltratie van hemelwater maak je het infiltrerend vermogen van de infiltratievoorziening zo groot mogelijk. Concreet betekent dit dat je het wandoppervlak van de infiltratievoorziening zo groot mogelijk maakt. Omdat de bodem van infiltratievoorzieningen kan dichtslibben mag je die niet meenemen in je infiltratieberekening.
Lange, smalle voorzieningen hebben een grotere infiltratiecapaciteit dan korte, brede voorzieningen. De vormgeving en daarmee het oppervlak van de infiltratievoorziening is afhankelijk van de inrichting van de toekomstige terreinen. Door bijvoorbeeld de bodem van de infiltratievoorziening onder de GHG aan te leggen wordt de berging niet groter.
De voorziening houdt het regenwater minstens 10 uur vast en is na maximaal 72 uur weer helemaal leeg. Lukt het tijdig ledigen niet, bijvoorbeeld door een ondoorlatende ondergrond, zoek dan naar een constructie of voorziening die de kratten ledigt zoals een pomp, een debietbegrenzer of een knijpvoorziening, of verbeter de grond zodat het water beter kan infiltreren. Laat je bij het ontwerp bijstaan door een civieltechnisch bureau.
Breng een voorziening aan die bladeren, takjes, zwerfvuil en zand zoveel mogelijk afvangt voordat het regenwater de infiltratiekratten bereikt. Deze voorziening bestaat uit een bladvang en een zandvang. De bladvang mag je aanbrengen op het dak, in de dakgoot, in de regenpijp (wat onze voorkeur heeft, net boven het maaiveld) of in de grond, op de voorwaarde dat regelmatig onderhoud mogelijk is. De bladvang moet goed vastzitten; je mag hem niet kunnen verwijderen. De zandvang moet minimaal bestaan uit een opvangbak waarvan de uitgaande leiding richting de infiltratievoorziening stroomt.
Een goed ontworpen infiltratievoorziening voorziet in de mogelijkheid dat de infiltratievoorziening het wateraanbod niet kan verwerken en is voorzien van een (bij voorkeur bovengrondse) overlaatvoorziening naar een watergang of de straat, zonder overlast te geven op eigen grond of dat van omwonenden.
Infiltratie van regenwater nabij een fundatie op staal heeft niet of nauwelijks nadelige gevolgen als de infiltratievoorziening volgens de geldende norm is berekend. Je kunt eventuele vochtproblemen voorkomen door de tussen de fundatie en de infiltratievoorziening minstens 2-3 meter ruimte in acht te nemen. Breng rond de kratten minstens 30 centimeter goed doorlatend (draineer)zand aan.
Tot slot: rust de ondergrondse voorziening uit met een inspectiemogelijkheid zodat je onderhoud kunt plegen, bijvoorbeeld met een roosterdeksel. Die kan meteen dienstdoen als ontluchting
Toelichting
Infiltratiekratten heb je in allerlei afmetingen; voor individuele huizen tot aan voorzieningen voor hele stadswijken. Je kunt de kratten ook toepassen onder wegen, sportvelden en parkeergarages.
Je bepaalt het benodigd aantal kratten aan de hand van:
- het oppervlak dat er naar afwatert;
- de hoeveelheid water die je volgens de gemeentelijke wateropgave moet bergen.
In plaats van kunststofkratten kun je ook een betonnen systeem toepassen. Zo’n systeem het als voordeel dat het niet zo diep onder de grond hoeft te worden aangebracht omdat het beter bestand is tegen belasting door bijvoorbeeld verkeer.
Breng de infiltratievoorziening aan boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Voor een optimale infiltratie van hemelwater maak je het infiltrerend vermogen van de infiltratievoorziening zo groot mogelijk. Concreet betekent dit dat je het wandoppervlak van de infiltratievoorziening zo groot mogelijk maakt. Omdat de bodem van infiltratievoorzieningen kan dichtslibben mag je die niet meenemen in je infiltratieberekening.
Lange, smalle voorzieningen hebben een grotere infiltratiecapaciteit dan korte, brede voorzieningen. De vormgeving en daarmee het oppervlak van de infiltratievoorziening is afhankelijk van de inrichting van de toekomstige terreinen. Door bijvoorbeeld de bodem van de infiltratievoorziening onder de GHG aan te leggen wordt de berging niet groter.
De voorziening houdt het regenwater minstens 10 uur vast en is na maximaal 72 uur weer helemaal leeg. Lukt het tijdig ledigen niet, bijvoorbeeld door een ondoorlatende ondergrond, zoek dan naar een constructie of voorziening die de kratten ledigt zoals een pomp, een debietbegrenzer of een knijpvoorziening, of verbeter de grond zodat het water beter kan infiltreren. Laat je bij het ontwerp bijstaan door een civieltechnisch bureau.
Breng een voorziening aan die bladeren, takjes, zwerfvuil en zand zoveel mogelijk afvangt voordat het regenwater de infiltratiekratten bereikt. Deze voorziening bestaat uit een bladvang en een zandvang. De bladvang mag je aanbrengen op het dak, in de dakgoot, in de regenpijp (wat onze voorkeur heeft, net boven het maaiveld) of in de grond, op de voorwaarde dat regelmatig onderhoud mogelijk is. De bladvang moet goed vastzitten; je mag hem niet kunnen verwijderen. De zandvang moet minimaal bestaan uit een opvangbak waarvan de uitgaande leiding richting de infiltratievoorziening stroomt.
Een goed ontworpen infiltratievoorziening voorziet in de mogelijkheid dat de infiltratievoorziening het wateraanbod niet kan verwerken en is voorzien van een (bij voorkeur bovengrondse) overlaatvoorziening naar een watergang of de straat, zonder overlast te geven op het eigen terrein of dat van omwonenden.
Infiltratie van regenwater nabij een fundatie op staal heeft niet of nauwelijks nadelige gevolgen als de infiltratievoorziening volgens de geldende norm is berekend. Je kunt eventuele vochtproblemen voorkomen door de tussen de fundatie en de infiltratievoorziening minstens 2-3 meter ruimte in acht te nemen. Breng rond de kratten minstens 30 centimeter goed doorlatend (draineer)zand aan.
Tot slot: rust de ondergrondse voorziening uit met een inspectiemogelijkheid zodat je onderhoud kunt plegen, bijvoorbeeld met een roosterdeksel. Die kan meteen dienstdoen als ontluchting.
Wat is het effect?
Een infiltratiekrat zorgt ervoor dat hemelwater tijdelijk wordt opgeslagen en kan infiltreren als de ondergrond dit toelaat. Zo bestrijden we verdroging. Groot voordeel van infiltratiekratten is dat ze bovengronds geen ruimte in beslag nemen.