Hoe werkt een wadi?
Als het heel hard regent zie je water over het straatoppervlak naar gebieden stromen waar het het beste de bodem in kan trekken, zoals een wadi. Bij flinke regenbuien loopt de wadi vol. Als de wadi vol is, stroomt het overtollige water via zogenaamde slokops in een drain en gaat het naar het oppervlaktewater, zoals sloten of vijvers. Maar het meeste water in de wadi infiltreert in de ondergrond. Dat water wordt in de bovenste laag van de bodem gefilterd. Daarna gaat het naar de bodem en kan het ook in het grondwater terechtkomen.
Door de klimaatverandering zijn er steeds vaker lange periodes van droogte en vallen er steeds vaker hevige regenbuien. Wadi's zorgen ervoor dat het regenwater in de grond trekt en niet allemaal in het riool terechtkomt. En dat is goed, want de rioolwaterzuivering en ons rioolstelsel kunnen bij hevige regenval de grote hoeveelheid water niet verwerken. Bovendien is regenwater relatief schoon en hoeft het dus niet gezuiverd te worden. Op deze manier ontlasten wadi's het riool en de waterzuivering. En omdat het regenwater in de bodem terechtkomt, kan deze beter tegen droge periodes. Wadi's maken de omgeving dus bestand tegen de gevolgen van het veranderende klimaat. Dat noemen we klimaatadaptief.
Hoe filtert een wadi regenwater?
Als het water in de wadi terecht is gekomen zakt het langzaam in de bodem van de wadi. De bovenste laag van de bodem bestaat vaak uit tuinaarde en functioneert als filterlaag. Deze laag is 30 tot 50 centimeter diep en daarin groeien gewassen zoals grassoorten en andere plantjes. In deze filterlaag wordt uiteindelijk ook vervuiling vastgelegd die meekomt met het regenwater. Hiermee voorkom je dat het grondwater vervuild raakt en zorgen we voor hogere rendementen in rioolwaterzuiveringen.
Is het water in een wadi schoon?
Het nadeel van het vasthouden van vervuiling door de filterlaag is dat de vervuiling kan ophopen. Deze vervuiling gaat heel traag en kun je monitoren: een wadi is pas na twintig tot veertig jaar ‘vervuild’. Toch is dit wel iets om rekening mee te houden. Het is dan ook aan te raden om niet te spelen in een wadi als deze vol staat met water in verband met de E. colibacterie en het bijbehorende gezondheidsrisico.
Hoe hou ik wadi's veilig?
Je kunt zelf meehelpen om de wadi’s veilig te houden. Dat kan onder andere op de volgende manieren.
- Door een ‘melding openbare ruimte’ te maken als de wadi vervuild is, bijvoorbeeld via de Buiten Beter-app (of kijk op de pagina over meldingen openbare ruimte).
- Door een ‘melding openbare ruimte’ te maken als de wadi langer dan 48 uur vol staat, bijvoorbeeld via de Buiten Beter-app (of kijk op de pagina over meldingen openbare ruimte).
- Door kinderen niet te laten spelen in de wadi als deze vol water staat (vanwege eventuele ziektekiemen die in het water zitten en de mogelijk verraderlijk hoge waterstand).
- Door niet je hond uit te laten in een wadi om vervuiling ervan te voorkomen.
Zelf een wadi aanleggen
Hoe ga je te werk?
Voordat je een wadi aanlegt, moet je duidelijkheid hebben over de bodemopbouw en de grondwaterstand. Die verschillen per locatie en soms zelfs binnen één locatie. De bodemopbouw en de grondwaterstand bepalen de diepte van de wadi en de manier waarop hij leegloopt. Voer ook een infiltratieonderzoek uit.
Voor de aanleg van een wadisysteem heb je een oppervlak nodig van circa 16% van het totaaloppervlak van een plangebied. Bij dit percentage is het gebruik van natuurvriendelijke, flauwe taluds meegenomen. Een aan te raden talud is 1:3. Steiler kan, maar dan is het maaien kostbaarder omdat het dan handmatig moet worden gedaan.
Een wadi heeft een beplante bovenlaag met een doorlaatbare bodem. Onder deze laag bevindt zich een koffer die gevuld kan zijn met grind, lavasteen of gebakken kleikorrels. Deze materialen hebben veel tussenruimte waardoor het regenwater kan worden opgevangen en kan infiltreren. Om dichtslibben en doorworteling te voorkomen pak je het grind, de lavasteen of gebakken kleikorrels in in geotextiel.
Onder in de koffer bevindt zich een infiltratie/drainbuis om natte gebieden voldoende droog te krijgen. Daarvoor sluit je een drain aan op het nabijgelegen regenwaterriool of oppervlaktewater. Om overstroming van de wadi tijdens sterke regenval te voorkomen kun je de wadi voorzien van slokops: overloopvoorzieningen die direct op de infiltratie/drainbuis zijn aangesloten. Als de drain en de slokop beide gevuld zijn, functioneert de wadi als een bovengrondse afvoer en stroomt het water direct en onvertraagd naar het oppervlaktewater of regenwaterriool.
Tips
Natuurvriendelijke wadi
Een gewone, beplante wadi is goed voor de natuur. Toch is er een nog ambitieuze variant: de natuurvriendelijke wadi. Deze wadi is beplant met vochtminnende planten en vraagt minder onderhoud dan een gewone wadi (waarvan het gras regelmatig gemaaid moet worden).
De natuurvriendelijke wadi heeft als bijkomend voordeel dat de hoge begroeiing bijdraagt aan de biodiversiteit en de natuurbeleving. Gevarieerde beplanting zorgt bovendien voor een beter doorwortelde bodem die op de lange termijn waterdoorlatend blijft. Je kunt denken aan soorten als wilg, gelderse roos, vlier, duindoorn, sporkehout, gele kornoelje, krent en zwarte els.
Onderhoud
Wadi’s vergen onderhoud. Om dichtslibben en verontreiniging te voorkomen is het aan te raden twee keer per jaar bladafval en zwerfvuil uit de wadi te verwijderen, de slokoppen leeg te zuigen en één keer per jaar de drainage schoon te spuiten.
Met gras ingezaaide wadi’s maai je in het groeiseizoen gemiddeld eens in de twee weken, natuurlijke wadi’s twee keer per jaar. Het gras van de gewone (met gras ingezaaide) wadi hoef je niet af te voeren, het organisch materiaal van de natuurlijke wadi wel. Op jaarbasis is de gewone wadi met betrekking tot maaien vier keer zo duur in onderhoud als de natuurlijkvriendelijke wadi.